Kleurringproject Kokmeeuw in het Molsbroek
|
|||
KokmeeuwDe Kokmeeuw (Larus ridibundus) is één van de meest verspreide meeuwen in Europa. Kokmeeuwen zijn hoofdzakelijk koloniebroeders die voorkomen in allerlei moerasgebieden. De broedlocaties worden bezet vanaf maart en tegen begin juli zijn de meeste vogels alweer uitgevlogen. In Vlaanderen broedt slechts ca 20% in natuurlijke situaties (zoals het Molsbroek), de overgrote meerderheid verkiest een industriële site zoals bezinkingsbekkens, vuilnisstorten en opgespoten terreinen. De Vlaamse populatie werd recent geschat op ruwweg een 10.000 koppels. In natuurreservaat Molsbroek broeden er jaarlijks tussen 1.000 en 2.000 koppels. De MolsbroekmeeuwenHet Molsboek is een moerasgebied langsheen de Durme in Lokeren, Oost-Vlaanderen (zie onderstaande figuur). Sinds 1990 vestigde de Kokmeeuw zich als broedvogel in het Molsbroek en al gauw vormde er zich een vaste kolonie met aantallen tot max. 3000 koppels. De aanwezigheid van de Kokmeeuw als broedvogel trekt ook andere, zeldzamere soorten moerasvogels aan. Zo profiteert bijvoorbeeld de Geoorde Fuut van de bescherming van de meeuwen door midden in de kolonie te broeden. Het projectKokmeeuwen zijn trekvogels, zo verspreiden de vogels uit onze contreien zich in het winterhalfjaar in de kustgebieden van Noordwest-Europa, het westelijke Middellandse Zeegebied en Noord-Afrika. Vogels uit het Noorden en het Oosten overwinteren op hun beurt o.a. in Vlaanderen.
Gele kleurringenWe ringen onze meeuwen met een GELE KLEURRING aan de linker onderpoot en een wetenschappelijke (metalen) ring aan de rechter onderpoot. Op de gele kleurring staat telkens een unieke lettercode, te lezen van onder naar boven. Al onze codes beginnen met de letter E, gevolgd door een combinatie van drie letters. (vb: EEKY).
MethodeHet Molsbroek is een ontoegankelijk moerasgebied. De kolonie bevindt zich op kleine verspreide eilandjes van verlandingsvegetatie. We gebruiken twee methodes om de meeuwen te vangen en te ringen. De meeuwen krijgen een wetenschappelijk ring rond de rechter onderpoot en een gele kleurring rond de linker onderpoot. Enerzijds worden adulte vogels in een tijdelijke kooi aan de rand van het moeras met oud brood gelokt en gevangen. Op die wijze wordt verstoring tot een minimum beperkt. Anderzijds worden juvenielen gevangen met behulp van een kajak. Enkele malen wordt het gebied op het einde van het broedseizoen doorkruist en worden zwemmende, niet vliegvlugge jongen met schepnet gevangen. Tim Audenaert (projectcoördinatie en opvolging) Dit project werd goedgekeurd door de ringdienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en ondersteund door Vogelwerkgroep Durmevallei (www.durmevallei.be) en vzw Durme (www.vzwdurme.be). Speciale dank aan Adriaan Seynaeve voor het ontwerp van onze database.
|